De loyale werknemer

De loyale werknemer

Een man van middelbare leeftijd komt bij me voor coaching. De bedrijfsarts heeft hem gestuurd. Hij zit thuis vanwege burn-out klachten en wenst ondersteuning in zijn herstel. Hij is hoofd Technische Dienst bij een familiebedrijf en kan 24/7 gebeld worden in geval van storing van een van de machines in de fabriek. Het idee en gevoel altijd gebeld te kunnen worden is slopend voor hem. Er moet iets veranderen in de wijze waarop de storingsdiensten nu zijn vormgegeven waarbij hij alleen verantwoordelijk is voor voor hem om zijn werk te kunnen hervatten. Ik kan me dit levendig voorstellen en erken dat dit nogal wat vraagt en zijn belastbaarheid niet te goede komt.

We praten wat verder en zetten samen op een rijtje hoe het zover heeft kunnen komen.  Ik ben nieuwsgierig naar zijn overwegingen, percepties en overtuigingen. Hij vertelt hoe hard iedereen werkt bij dit familiebedrijf. De loyaliteit richting deze werkgever en collegae onderling is groot. De bedrijfscultuur versterkt dit in hem. Op zijn eigen telefoon heeft hij gemakkelijk toegang tot zijn werkmail. Overwerk is de norm, evenals thuiswerken en bereikbaar zijn. Zo hoor je erbij en wordt je onderdeel van de familie.

Hij is een harde werker met hart voor de zaak. Wie ben jij? vraag ik hem. Hij vertelt dat hij een gezin heeft en vier thuiswonende kinderen. Werk is echter de grote centrale rol gaan spelen in zijn leven. Een scheiding tussen privé en werk lijkt niet te bestaan voor hem. Altijd werknemer zijn. Overal en altijd, waar je ook gaat waar je ook staat.

Even wordt het stil. Dan stel ik hem voorzichtig de vraag: ‘Ben je op je werk ook een beetje vader?’ Hij schrikt zichtbaar van mijn vraag en er gebeurt iets in hem. Hij realiseert zich, dat hij de vraag ontkennend moet beantwoorden. Hij slaat zijn ogen neer. Hij vertelt me na een korte stilte dat een van zijn kinderen onlangs een auto-ongeluk kreeg en hij op zijn werk werd gebeld. Vechtend tegen zijn tranen vertelt hij me wat hij bijna niet over zijn lippen krijgt: Het telefoontje kwam me helemaal niet uit destijds, terwijl ik zo druk aan het werk was. Het paste niet. Deze realisatie zet hem stil. Zijn zelfverwijt is groot.

Werknemer ben je altijd ? en overal? En vader ben je alleen thuis, vraag ik hem? Het dringt diep tot hem door en geeft hem een totaal andere visie op zijn vraagstuk. De wijze waarop hij zijn werkende leven vorm gaf, dient hem niet meer. Hij wil het anders doen. Hoe kan ik dit wezenlijke deel van mij, deze identiteit weer volledig omarmen? voor altijd? Hoe kan ik deze rol weer prominent laten zijn in mijn leven? Een nieuwe coachvraag is ontstaan…….het proces is gestart.

Wie ben jij het meest?